Van jezelf aanpassen naar jezelf verliezen
We leren als kind al snel om onszelf te vergelijken met anderen. Wat normaal is, wat hoort, wat gewaardeerd wordt. Doe niet zo druk, schep niet zo op, wees aardig.
En dus passen we ons aan. We doen ons best om het goed te doen – voor onze ouders, onze omgeving, de wereld.
Maar ergens onderweg raken we iets kwijt.
Want als je jezelf voortdurend afmeet aan anderen, hoe weet je dan nog wie je zélf bent?

Uit angst om afgewezen te worden, leren we onszelf in te passen. We vinken af, volgen regels, spiegelen ons aan hoe het hoort. En zo stoppen we steeds een klein stukje van onszelf weg.
We willen een goede partner zijn. Een fijne vriendin. Een toegewijde ouder. En terwijl we proberen te voldoen aan het plaatje, krijgen we uit de media en onze omgeving continu voorbeelden voorgeschoteld van hoe dat ideale plaatje eruit zou moeten zien.
Langzaam maar zeker worden we een zwakke kopie van wie we werkelijk zijn.
De onrust die niet weggaat
En toch… diep vanbinnen blijft er iets knagen. Een fluistering, soms niet meer dan een vage onrust, dat we onderweg iets van onszelf zijn kwijtgeraakt. Dat we zo druk bezig zijn geweest met “goed doen” en “goed zijn”, dat we niet meer goed weten wat eigenlijk van ons is.
Wat we zelf mooi vinden.
Waar ons hart sneller van gaat kloppen.
Wat we zouden zeggen of doen als niemand keek.
Waarom we blijven zoeken buiten onszelf
Maar vaak beseffen we niet eens dat we iets van onszelf zijn kwijtgeraakt.
Wat we wél voelen, is een vage onrust. Een soort knagen vanbinnen. En natuurlijk willen we dat oplossen. Dus spiegelen we ons opnieuw aan wat ons wordt voorgeschoteld.
Als ik nou maar wat slanker was, dan zou ik me vast beter voelen.
Ik moet gewoon duidelijker mijn grenzen aangeven.
Of we kopen iets. Iets moois. Iets nieuws.
Heel even lijkt het te helpen. Maar telkens keert het gevoel terug.
Alsof er iets wezenlijks ontbreekt, zonder dat we precies kunnen aanwijzen wat.
Wat er gebeurt als je stilvalt en voelt
En pas als je iemand vraagt: Maar wie bén jij dan? Waar houd jij van? Waar word jij écht blij van, en wat vind je belangrijk? – dan komt vaak de verwarring.
Dan zie je mensen even stilvallen.
Omdat ze het antwoord niet meer weten.
Het vraagt moed om dát onder ogen te zien.
En het is verleidelijk om ook die verwarring weer snel te overschrijven met het oude vertrouwde riedeltje: Als ik maar... dan komt het wel goed.
Terug naar wie je werkelijk bent
Pas als je durft te voelen dat je eigenlijk niet meer zo goed weet wie je bent, ontstaat er ruimte.
Een opening naar je authentieke zelf.
Gun jezelf het plezier om opnieuw te ontdekken wat je leuk vindt. Wat jou energie geeft – en wat juist niet. Wat jouw unieke talenten zijn, en wat jij de wereld te bieden hebt.
Maar misschien nog wel belangrijker:
Sta eens stil bij wie jij bent, los van wat je doet.
Besef hoeveel moois er al in jou is, simpelweg door te zijn.
En ja, dat is spannend.
Spannend om uniek te zijn in een wereld die het liefst heeft dat we allemaal een beetje op elkaar lijken.
Dat we vooral ons hoofd niet boven het maaiveld uitsteken.
Maar… wie wordt daar nou echt wijzer van?
Misschien is het tijd om jezelf opnieuw te leren kennen.
Wie ben jij, echt?
Reactie plaatsen
Reacties